EPILEPSIE

Nu kan het beter

Wanneer beginnen met medicijnen?

Een goede behandeling begint met het stellen van de juiste diagnose. Gaat het inderdaad om epilepsie? En om welke soort gaat het? Hoe meer de behandelaar van uw epilepsie weet, hoe gerichter de aanvallen onderdrukt of voorkomen kunnen worden.

Eén aanval hoeft nog geen epilepsie te zijn. Nader onderzoek moet uitwijzen of het inderdaad om epilepsie gaat. Daarom krijgt u na een eerste aanval meestal nog geen medicijnen. Omdat de kans bestaat dat er nooit een tweede aanval zal komen. Pas bij een tweede aanval spreken we van epilepsie, en komt behandeling met medicijnen ter sprake.

Een aanval op zich hoeft namelijk niet gevaarlijk te zijn. De gevolgen kunnen dat echter wel zijn. Een grote aanval met stuiptrekkingen en bewusteloosheid heeft meer kans op ongelukken dan een aanval waarbij iemand heel eventjes 'wegraakt'. Als de gevolgen van een aanval niet ernstig zijn, of als de aanvallen slechts af en toe optreden, hoeft de epilepsie niet behandeld te worden. Ook aanvallen die 's nachts optreden hoeven niet altijd behandeld te worden. Het beste kunt u samen met uw arts beslissen of u medicijnen nodig heeft.

Epilepsie is goed met medicijnen te behandelen:

75% wordt aanvalsvrij;
15% houdt toch nog aanvallen, zij het minder;
10% reageert niet of nauwelijks op nu beschikbare medicijnen.

De medicijnen kunnen de epilepsie zelf echter niet genezen.

Wanneer iemand niet aanvalsvrij wordt, zelfs niet na het proberen van diverse middelen en combinaties daarvan, spreekt men van 'therapieresistentie'. In sommige gevallen kan dan een operatie uitkomst brengen.